Tot in de eeuwigheid

Big Dick

Tot in de eeuwigheid
Doubletsraat Den Haag. De hoerenbuurt. Smalle straat, kort, maar met inloopruimtes, twee verdiepingen hoog, met peeskamertjes. Vroeger een drukte van jewelste, tegenwoordig, met overal camera’s en mannen die zogenaamd druk in de weer zijn met hun mobieltjes, een stuk rustiger. Met mobieltjes zijn foto’s te maken, met die foto’s zijn mannen te chanteren en mannen willen dat risico niet meer lopen voor een snelle wip van vijf tientjes. En toch zie je ze nog. Onbevreesde mannen. Niet te chanteren, want niemand maakt zich druk om hen. Zoals niemand zich druk maakt om de paar “dametjes van plezier” die hier nog hun kostje verdienen. Het zijn nu de dametjes van treurigheid, zo kijkt hij naar ze. Treurig om hier van tien uur ‘s ochtends tot twaalf uur ‘s avonds opgesloten te zitten in een hokje van vier bij vier, met een bed, een koelkastje, een ander kastje en een wastafeltje. Stinkend naar dubro citroen. En dan mannen van allerlei pluimage aan hun gerief helpen, voor zo’n vierhonderd euro per dag, waarvan je er honderd kan afstaan voor de kamerhuur en tweehonderd voor bescherming door je pooier. Per maand hou je hier 2400 euro aan over, waarover je ook nog eens belasting moet betalen, want je bent een “witte” hoer. Iedereen wordt gecontroleerd tegenwoordig. Geef je jouw inkomsten niet op aan de belasting, zeg dan maar dag met je handje. Je wordt uitgebuit. Niet alleen door je pooier, ook door de overheid. Legale uitbuiting is het, maar daar hoor je niemand over. Want je doet er niet toe, je bent niets, voor niemand. Je begeeft je in het riool van de maatschappij. Lager zinken kan je niet. Zo ziet hij haar. Als iemand die niet lager zinken kan.

Het gaat hem aan het hart. Hij liep hier vaker, meer uit nieuwsgierigheid dan uit lust, want zo mooi en aantrekkelijk zijn de dames hier niet. Daarvoor moet je naar de Geleenstraat, hier zitten de onvrijwilligen. In de Geleen zie je nog wel eens propere en goedgevormde vrouwtjes die het voor hun lol doen, nou, die zijn in de Doublet ver te zoeken. Hij liep er vaker, handen in zijn zakken, hoofd wat verborgen in zijn opgestoken kraag, maar ondertussen zijn ogen goed de kost gevend. En nooit ging hij bij iemand naar binnen. Totdat hij haar zag, nu twee weken geleden. In de doublet, rechts, de eerste passage binnen, het tweede kamertje aan de linkerkant. Vrij in het begin dus. Ze had naar de grond gekeken en hij had haar vanaf de muurzijde wel zeker een half uur geobserveerd. Met geen enkele potentiele klant had ze contact gemaakt. Als bevroren had ze daar gestaan, tegen haar kruk geleund, in witte lingerie die flink afstak tegen haar donderbruine huid met haar ogen voortdurend op de kokosvloer gericht. Een treurig schouwspel. Wat ging er door haar hoofd heen, welk verleden droeg ze met haar mee? Ze fascineerde hem. Hij wilde contact, maar hoe pakte hij dat aan? Hij was nooit zo goed geweest met vrouwen, daarom liep hij hier zo vaak waarschijnlijk. Op zoek naar intimiteit, geborgenheid, erkenning. Nou ja, laten we het liefde noemen. Hij kwam hier voor de liefde. Op een of andere manier voelde hij zich verbonden met de onderkant van de maatschappij, met de machtelozen, de slachtoffers van de roofdieren om hen heen. Hij was zelf een machteloze. Zich verbonden voelen met iemand nog machtelozer dan hij, zou hem beter doen voelen. Hij zou zich wat meer man voelen, meer mens. Minder hond.

Hij besloot wat meer in haar zicht te gaan staan. Hij zorgde ervoor dat ze hem uit haar ooghoeken moest kunnen zien. Ze zou er niet eens voor op hoeven kijken. En het duurde even, maar zijn ondoordachte plannetje werkte. Na nog een kwartier, waarbij ze niet op of om gekeken had, stak ze ineens haar hoofd omheen en keek hem recht in de ogen. Even. Een fractie van een seconde en er was een schok door zijn lijf getrokken. Als electriciteit. Hij had het in zijn hart gevoeld, die had zijn slag versneld, hij had het aan zijn mond gevoeld, die voelde droger aan. Ze had hem recht in de ogen gekeken en hij had zich verbonden gevoeld. Hij hield vol. De aanhouder wint. Na ongeveer vijf minuten richtte zij haar blik weer wat op, keek hem weer aan, wat langer nu. De schok was minder nu, er was meer een siddering die wat langer voortduurde, maar zeker niet minder intens was. Naast verbinding wist hij het zeker. Hij voelde ook liefde. Onwillekeurig trok er een tinteling door zijn penis. Een intieme liefde. Zij was voor hem geschapen, zij zou de zijne worden, hij zou haar hier weghalen, ze zouden vluchten, verdwijnen in de liefde. Ze waren voor elkaar voorbestemd, dat wist hij zeker. Die gedachte werkte erotiserend. Zijn blik zakte van haar ogen naar haar hals, haar schouders, haar in witte kant gestoken borsten. Donkere borsten, ze had een donkere huid, ze glom en was hooguit vijfentwintig. Hij was zestig inmiddels. Maar wat deed leeftijd ertoe in de liefde? Hij had lang genoeg gewacht.

Ze glimlachte naar hem, hij durfde wat naderbij te komen. “Hoeveel?” vroeg hij, want dat had hij zo veel anderen zo vaak eerder horen vragen bij de dames hier. Dat was de standaard openingszin: “Hoeveel?” En het standaardantwoord hier was: “Vijftig, pijpen en neuken”. Maar haar antwoord was volkomen anders. Zij antwoordde: “Wat u er voor over heeft, meneer”. Ze klonk verlegen, wat onzeker, hij vond haar wonderlijk. Zijn blik gleed lager, over haar strakke buik, een navel met een bolletje, wat afgeschoren schaamhaartjes boven haar kanten broekje. Benen waaraan geen einde leek te komen. Hij knikte en zei “Oke,” waarna zij de deur voor hem opende, hem binnen liet en de gordijnen sloot.

Hij ging op het bed zitten en zij vleidde zich naast hem. Een hand op zijn dijbeen, zijn hand meteen op haar hand. Teder. Hij rook haar. Door de geur van dubro citroen heen rook hij kruiden uit haar mond. Een zweempje knoflook, een vleugje tijm. Een zoete geur. Anijs. Haar gezicht zo dichtbij. Grote lippen. Bruine huid, kroeshaar, een roze tong. Hij werd licht in zijn hoofd. Zo dichtbij perfectie was hij nog nooit geweest. Er was nog altijd erotische spanning, want zijn geslacht richtte zich op, roerde zich tegen de binnenzijde van zijn gulp. Maar er was meer dan erotische spanning, hij kon duidelijk liefde voelen. Zij was zijn zielsverwant, zijn soul mate, het dekseltje op zijn potje. Zij was de ware. Zijn ware. Dat merkte hij aan elke vezel in zijn lijf.

Teder en liefdevol tastte hij toe. Zorgde ervoor dat de bandjes van haar bh zachtjes van haar schouders gleden, dat haar bh naar beneden bewoog, dat haar borsten zich ontbloot aan hem toonden. Zijn mond om haar rechter tepel. Voorzichtig bijtend, zachtjes zuigend, lief sabbelend. Hij voelde voorvocht. Zijn eikel die gladder werd en zich tegen de binnenzijde van zijn broek spande. Zijn hand op haar wang, zijn pink in haar mondhoek. Ze liet zich achterover vallen en toen zij plat op haar rug lag, kroop hij half op haar. Zoog nu aan beide borsten. Om en om. Kneedde ze, en stak weer een vinger in haar mond en zij zoog deze gulzig naar binnen. Haar lichaam kronkelde. Hij merkte het, hij voelde het, hij wist het zeker, ze was geil. Zij voelde dezelfde liefde als hij, zij had net zo naar hem verlangd als hij naar haar in dat uur dat hij haar in stilte had geobserveerd en waarin ze blikken hadden uitgewisseld en erotische energie en liefde en een vreemd soort voorbestemming. Ze hadden hetzelfde verlangen gedeeld, daarom zoog ze zo gulzig aan zijn vinger, kronkelde haar lijf onder hem en richtte haar tepels zich op.

Hij ontdeed zich van zijn kleren, ook zij was nu helemaal naakt. Condooms kwamen niet ter sprake, echte geliefden gebruiken die niet, en ze waren zielsverwanten, voorbestemd, dus gleed hij onbeschermd in haar, maar hij had zich nooit zo beschermd gevoeld. Ze omsloot zijn geslacht met haar lijf en zijn tong met haar mond en het voelde alsof ze werkelijk een waren nu. Totaal versmolten met elkaar. Hij bewoog in haar met lange gladde halen en het voelde zalig, het tintelde ze was nat en ze waren allebei verliefd. Dit was ware liefde, zo was ware liefde, hier had hij zijn hele leven naar verlangd, zonder er ooit werkelijk in te geloven, maar al zijn ongeloof was nu een zeker weten, zonder twijfel.

Ze zoog zich aan hem vast, haar dijen om zijn heupen, ze wilde hem dieper voelen, zo diep als mogelijk. Ze wilde zich geliefd voelen, want ze had al veel te lang geleden, ze was op een plek terecht gekomen waar ze nooit terecht had willen komen, maar ze had haar pooier geloofd toen deze nog gewoon haar vriend was. Een vriend die in haar had geloofd, een ster van haar zou maken, hij had met geld gesmeten en haar met mooie praatjes verleid. En al snel was het mishandelen begonnen. Ze deed alles verkeerd in zijn ogen, hij sloeg haar, zei schulden gemaakt te hebben voor haar, hoe dacht ze die terug te betalen? Hij had haar paspoort afgenomen, haar geld, haar dromen, haar eigenwaarde. De liefde die zij had gedacht te voelen was een illusie geweest, terwijl ze toch was opgevoed met het idee dat ware liefde bestond en dat ze het waard was daadwerkelijk bemind te worden, maar hij had haar tot nul gereduceerd. Tot niets, het laagste van het laagste, een rioolrat. Zo had ze zich gevoeld de laatste weken. En nu, nu na jaren lange ontberingen lag ze hier. Ze had in de ogen van deze vreemde man gekeken en ze had geweten: wij zijn voorbestemd. Dit wordt mijn ware liefde. Het leven heeft mij voor uitdagingen gesteld om me hier te brengen. Hier op deze plek in Den Haag, in dit armzalige kamertje, opdat ik hier de ware liefde zou vinden. Ooit. Het lot had het geweten, terwijl zij nog geen idee had. Ze voelde hem in haar, hij zat boordevol liefde, verlangen, hetzelfde verlangen als zij nu ervaart, dezelfde liefde waar zij zo’n behoefte aan heeft, zij wilde hem voelen, zonder condoom, zonder bescherming en ze had zich nog nooit eerder zo beschermd gevoeld. Hij zou haar hier weghalen. Dat voelde ze. Hier waren hogere machten aan het werk. Ze zweefde weg, liet zich door hem meevoeren, diep de liefde in, vol overgave.

En hij nam haar, zoals hij nooit eerder genomen had. Hij voelde zich niet langer eenzaam, hij voelde zich verbonden, samen waren ze een, en zij voelde exact hetzelfde, dit was ware liefde. En het was goed zoals het was. Ze neukten, bedreven de liefde, kwamen klaar, niet een keer, maar samen wel vier keer en hij was daarna niet meer van haar zijde geweken. Aan het einde van die dag had hij haar meegenomen, nog voordat haar pooier zijn geld kwam opeisen, geld dat ze helemaal niet verdiend had die dag. Hij nam haar mee, ze is nu al twee volle weken bij hem en zij zal altijd bij hem blijven. Tot in de eeuwigheid.

(c) Freddy – 5 september 2018

Bir yanıt yazın

E-posta adresiniz yayınlanmayacak. Gerekli alanlar * ile işaretlenmişlerdir